Op 17 mei 1890 werd er in Korsberga, Zweden, een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hem Carl Olof.
Carl was de zoon van Alfred Jansson en Charlotta Svensson.
Carl had één zus:
– Hanna
Carl had drie broers:
– Erik
– Vitalis
– Ossian
In het jaar 1912 woonde hij in Öerbro.
Op 10 april 1012 ging hij als derde klas passagier aan boord van de RMS Titanic om naar Nebraska te gaan, om bij zijn broer te gaan wonen.
Carl verliet Zweden zonder toestemming van de autoriteiten om aan zijn dienstplicht in het leger te ontkomen.
In Kopenhagen kocht hij de reispapieren en de bootticket. Carl reisde samen met August Wennerström en Gunnar Tenglin.
In de nacht van 14 op 15 april 1912 sliep Carl al toen het schip om 23:39 uur tegen een ijsberg aan botste. Hij haastte zich naar het dek om in een reddingsboot te komen, maar de bemanningsleden weigerde hem een plek te geven omdat dit alleen bestemd was voor vrouwen en kinderen. Carl ging terug naar zijn hut om zijn spullen te verzamelen, maar omdat het water al binnenkwam, vertrok hij met enkel een horloge.
Carl was ooggetuigen toen eerste stuurman William MacMaster Murdoch in de chaos een pistool in zijn mond stak en zelfmoord pleegde.
Om 2:05 uur waren alle sloepen weg, Carl haastte zich met August naar het achterdek, daar stapte ze over de reling en sprongen in het water. In het ijskoude water hield hij zich met circa twintig anderen urenlang vast aan een gevallen reddingsvlot. Carl zag hoe iedereen, die het vlot vast hield, één voor één overleed en het vlot los liet. Na een tijdje kon het vlot worden omgekeerd en konden de drenkelingen op het vlot klimmen. Andere personen die uit het water een plek bemachtigden in een sloep, waren personen van verschillende nationaliteiten en klassen.
Om 7:00 in de ochtend werd hij pas uit het water gered en verzorgd op de Carpathia. Op dat moment was hij zwaar onderkoeld. Carl en August waren een van de minder dan vijftig personen die levend uit het water is gehaald.
Toen hij in New York kwam werd hij door de White Star Line voorzien van kleding en 10 dollar. Hij werd gebracht naar de Salvation Army’s Cadet School, daar kreeg hij nog eens 25 dollar in ontvangst van een comité.
Op 24 april 1912 reisde hij met Oscar Hedman en Anna Sjöblom af naar Chicago, hij kon zich eindelijk bij zijn broer in Nebraska vestigen.
Carl veranderde zijn naam in ‘Carl Johnson’ en pakte zijn werk als timmerman weer op, later werd hij aannemer. Carl keerde nooit meer terug naar Zweden.
Op 3 mei 1923 trouwde Carl met Edith Syverson.
Carl en Edith kregen samen geen kinderen.
Op 23 maart 1978 overleed Carl aan een herseninfarct, hij werd 87 jaar.