Als sloependek werd aanvankelijk het bovenste dek voorgesteld, het promenadedek, waar de reddingssloepen goed bereikbaar waren voor de eerste en tweede klasse. Het oorspronkelijke plan was op het dek 64 sloepen te installeren, maar Bruce Ismay, de algemeen directeur van de rederij, vond de helft daarvan wel voldoende, zodat de passagiers een goed uitzicht zouden hebben. Daar kwam bij dat de passagiers zich zorgen zouden kunnen maken bij het zien van zoveel reddingssloepen. Een ander ontwerp voorzag in een vermindering van het aantal sloepen tot twintig (zestien gewone plus vier ‘opvouwbare’ sloepen). Een rekensom laat echter zien dat voor de redding van 3300 opvarenden minimaal 63 sloepen vereist waren, als de Titanic met de maximale capaciteit van 2400 passagiers voer. Tijdens de ‘maiden voyage’ van de Titanic konden in totaal 1178 personen plaats nemen in een reddingssloep, ongeveer de helft van de 2200 mensen aan boord. Wel waren voldoende reddingsvesten aanwezig, ongeveer 3560
De eigenaar van de Titanic had met het geringe aantal van twintig reddingssloepen echter geen wettelijke overtreding begaan.
In het jaar 1894 was er een wet gekomen die stelde namelijk niet het aantal passagiers, maar de tonnage van het schip voorop, en bepaalde de hoeveelheid reddingsboten voor schepen in de categorie ‘Meer dan 10.000 brutoregistertonnage’, de in die tijd hoogst denkbare grote van passagiersschepen. Voor deze grootte werden 962 plaatsen voorgeschreven; dat mocht echter verminderd worden als een schip beschikte over waterdichte schotten. In het geval van de Titanic voldeed het schip al met een capaciteit van 756 personen aan de wettelijke eisen.
Nader onderzoek van National Geographic researcher James Cameron, die ook de film Titanic heeft gemaakt, heeft echter uitgewezen dat er onvoldoende tijd was om meer sloepen te water te laten in de tijd dat de Titanic gezonken is. Er zijn achttien van de twintig sloepen te water gelaten. Er was ongeveer 25 à 30 minuten nodig om een sloep te water te laten en het zinken van het schip, waardoor het kantelde, begonnen de sloepen boven elkaar te hangen. Hierdoor moesten de inzittenden zelfs de touwen lossnijden en de sloep in het water laten vallen vanaf een bepaalde hoogte, om andere sloepen en inzittenden, die al lager hingen, niet te verpletteren.